Klara noemt namen... ik ben Klara Depoortere en mama Deconinck Sofie en opa Deconinck Paul
en oma de boskabouter Amarie |
juli 2008 Sofie en gezin arriveert. Ik doe de deur open en Klara komt ons blijgezind tegemoet met een zonnebril op. Ik gebaar dat ik haar niet ken. Oma: Wie is dat nu? Jou ken ik niet.
Klara: (heel serieus) Ik ben Klara, maar ik heb een bril op. |
|
Opa: Met wie spreek
ik? |
Ward, Sofie, Klara en Josse zijn op reis. Klara tegen oma, aan de telefoon:
Ik kan nu niet bij
jou komen spelen, want ik ben op reis.
|
9 oktober 2008 Klara: Ik mag TV kijken hé oma, want ik ben ziek. |
27 oktober 2008
Oma: Maar opa toch...
Klara: Dat kan niet
hé oma, da's veel te gevaarlijk. |
oktober 2008 Klara mag met opa mee naar de Delhaize. Daar hebben ze winkelkarretjes op kindermaat. Klara's karretje ligt vol boodschappen. Opa: En, heb jij ook centjes om dat allemaal te betalen? Klara
(denkt heel even na
en beslist vervolgens zonder dralen):
We zullen 't allemaal in jouw kar leggen. Dat zal het beste
zijn. |
Oma: Maar dat kan nog lang duren hoor.
Klara: Je moet
geduld hebben hé oma! |
Opa: Maar oma kan daar toch niet in met haar dik gat. Oma: O, da's niet lief hé opa.
Klara: Nee, da's
niet beleefd opa.
|