Oma doet iets fout (weet niet meer wat).

Oma: Slim oma! Heel slim!

Klara: Da's ironie hé oma.

Oma: Juist, ja. Dat heb jij uit boeken zeker?

Klara: Nee, mama heeft mij dat uitgelegd.
 

De kinderen hebben net naar een aflevering van "De Kleine Prins" gekeken: De planeet van de slang, deel 1. Daar ging het over een optische illusie. Oma merkt op dat dat toch moeilijk is. Na de aflevering:

Klara: De planeet van de slang zal zeker ook een illusie zijn.

Oma: En wat is dat dan, een illusie?

Klara: Dat is als je denkt dat je weet wat iets is, maar het is eigenlijk iets anders. 

Oma: Klara Depoortere, jij bent een slimme meid.
 

Josse: Klara, hoe zit dat nu weer met die zwarte gedachten?

Klara: Zwarte gedachten ontstaan in het hoofd van mensen die wanhopig zijn. In hun verbeelding leven ze in een wereld die door de slang wordt bepaald.
 

Klara: Opa, jij mocht eigenlijk eerst hé.

Opa: Ja, maar ik heb geen zin om tegen zo'n grote vrachtwagen te rijden. Of wil je dat ik het eens probeer?

Klara: Nee, nee. Ik zou graag heel lang leven.

Opa: Is het leven dan zo mooi?

Josse: Ja, en leuk. Want 't is binnenkort mijn verjaardag.
 

Mama en Josse komen buiten bij de bakker. Het is Pasen en vanuit de kerktoren weerklinkt feestelijk klokkengelui.

Mama: Hoor, de klokken zijn net terug uit Rome en ze hebben hun eieren in de tuinen verstopt.

Josse: Geloof jij dat echt? Ik geloof dat niet.

Mama: Wie heeft die eieren dan verstopt in de tuin?

Josse: De paashaas!
 

Afgelopen zondag was het Josses lentefeest.

Oma: En, Klara, vond jij het zondag ook een beetje leuk met al die aandacht voor je broer?

Klara: Ja toch wel. Want ik ben een beetje bescheiden. Ik hoef niet zo veel op de voorgrond als Josse. Maar soms moet ik wel, als er een optreden is van het koor.
 

Klara: De kersen ga ik laatst eten opa, want die oxideren niet zo snel, omdat de huid er nog rond zit.
 

Sofie tegen Klara: We gaan dat hier laten hé.

Oma: Mama's zijn baas hé!

Klara: Ja, maar als ik groot ben niet meer.
 

Klara: Tot 9 uur 28.
 

Mama: Dat begint precies met een toonladder.

Klara: Ja, do re mi blablabla...

Opa: Die noot ken ik niet.

Mama: En opa kent veel noten...

Klara (snel): Ja, okkernoten, hazelnoten, kastanjes...
 

Tegen ons: ik zou 't echt niet leuk vinden als jullie dood zouden gaan.

Opa: Maar we gaan daar nog wel even mee wachten, hoor jongen.